Molenaar kan niet wachten tot wieken Haastrechtse Molen weer draaien: ‘Mijn handen jeuken’

Het AD interviewde molenaar Niels Noorlander en bestuurder Martin van der Spek van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard over de restauratie van de Haastrechtse Molen. Dit prachtige monument uit 1862 zorgt nog steeds voor droge voeten in de polder Beneden Haastrecht. Lees hieronder het artikel.

De Haastrechtse Molen staat aan de vooravond van een ingrijpende opknapbeurt. Molenaar Niels Noorlander popelt om de wieken weer te laten draaien, want die staan al sinds oktober 2018 stil. ,,Mijn handen jeuken.” Maar er is nog wel groen licht van de provincie nodig.

Niels Noorlander (47) herinnert zich nog goed de laatste keer dat de wieken draaiden. ,,Er stond een stormachtige wind. Het waterpeil steeg snel. Ik was in de wieken geklommen om de zeilen te bevestigen. Daarna vlogen de onderdelen in het rond. Het was niet meer verantwoord om wind te vangen. Ik heb ‘m onmiddellijk stil gezet.”

De molenaar, wiens wieg in de molen stond, had niet eerder meegemaakt dat het zo piepte en kraakte onder het natuurgeweld. Een groot aantal gebreken kwam aan het licht. ,,Ik ben geen zeur, maar ik had al intern aangegeven dat het hoog tijd werd voor een forse opknapbeurt. Daarom gaat nu de vlag uit. Ik hoop dat ik volgend jaar weer in de wieken kan klimmen.”

Niet dat de molen er al die tijd werkeloos bij heeft gestaan. Want intussen draait de elektromotor voor de vijzel op volle toeren. Voor de ambachtelijke stellingmolen uit 1862 is deze aandrijving pure noodzaak, want het bemalen moet altijd door kunnen gaan, ook wanneer het niet waait. Niemand wil immers natte voeten in de polder Beneden Haastrecht. De beheerder, het hoogheemraadschap voor Schieland en de Krimpenerwaard, is dan ook bereid in het rijksmonument te investeren.

Naar verwachting geeft het algemene bestuur op 31 maart groen licht voor het herstel van het metselwerk à 165.000 euro. Dat is overigens onvoldoende om de molen maalvaardig te krijgen.

550.000 euro
De volledige restauratie – onder andere de roeden en het schilderwerk – kost nog eens 550.000 euro. Daarvoor is het hoogheemraadschap afhankelijk van de welwillendheid van de provincie, die de eerste subsidieaanvraag afwees. Dit jaar doet het schap opnieuw een beroep op Zuid-Holland.

Hoogheemraad Martin van der Spek toont enig begrip voor de handelwijze van de provincie. ,,Ze krijgen veel aanvragen voor monumenten en stellen prioriteiten aan de hand van een scoretabel. Daarom doen we een tweede poging. Uit het laatste inspectierapport blijkt dat de molen in verval is. Dat verergert bij stilstand. We kunnen dus niet te lang wachten op de aannemer.”

Geslacht
Van Niels Noorlander mag een gespecialiseerd bedrijf morgen beginnen. Hij woont met vrouw en drie kinderen in de molen en besteedt wekelijks 12 uur – als ambtenaar in dienst van het waterschap – aan zijn domein. Dat bestaat uit een molen, het terrein, de sloot en enkele bijgebouwen.

,,Je bent hier eigenlijk nooit klaar, maar dat weet je in dit vak. Ik kom uit een geslacht van molenaars. Eeuwen geleden hing de familie Noorlander reeds aan de wieken. Ik behoor tot de vierde generatie molenaars en ben gehuwd met een molenaarsdochter uit Zevenhuizen. Ik hoef haar dus niet uit te leggen welke klussen mij steeds wachten.”

Hij was overigens niet meteen te porren voor molenbeheer. Niels ambieerde een baan in de bouw als uitvoerder en haalde daarvoor een diploma. Maar uiteindelijk kwam hij als provinciaal ambtenaar toch weer bij de molens terecht. ,,Tekeningen maken op het bureau, adviseren in de praktijk”, zegt hij.

,,Ik ben acht jaar geleden geswitcht naar de molen waar ik ben opgegroeid; ik kon in 2012 mijn gepensioneerde vader opvolgen. Was er toch weer een Noorlander aan het malen aan de provinciale weg. Daarnaast run ik een montagebedrijf. Deze combinatie is voor mij als zelfstandig ondernemer ideaal, want ik kan mijn eigen uren bepalen en het bemalen in de gaten houden.”

Bron: AD (9 maart 2021)